Stel jezelf eens eerlijk de vraag: ‘Hoe assertief ben ik?’
Ben ik goed in het netjes aangeven van mijn grenzen? Durf ik op te komen voor mezelf? En geloof ik er daadwerkelijk in dat ik het kan?
En vraag jezelf vervolgens eens af of je het volledig helder en vastomlijnd hebt wat je van je hond verwacht.
Wanneer jouw hond ondanks al jouw tijd en moeite toch blijft uitvallen naar andere honden; telkens het bezoek bespringt of constant blijft aanslaat bij de bel, dan is het tijd om eerst even bij jezelf te rade gegaan.
Stel, jouw hond loopt voorop aan een lange flexlijn en is lekker aan het snuffelen. Vervolgens ziet hij een andere hond en gaat volledig uit zijn dak.
Op dat moment wordt je gefrustreerd en geïrriteerd dat het wéér niet is gelukt om hem rustig te houden.
Je hebt verschillende trainingen gevolgd, wellicht zelfs bij ons een keer een consult gehad maar het wil maar niet lukken. Balen!
Laten we dit voorbeeld eens samen bestuderen.
LET OP: Het gaat erom dat het gedrag wat de hond laat zien slechts een uitkomst is van het probleem. NIET de oorzaak.
In de eerste plaats is de vraag: Wat had je graag gewild dat je hond deed? Waarschijnlijk is je antwoord: ‘niet uitvallen’.
Vervolgens kijken we naar wat je zelf hebt ondernomen. Wat heb jij gedaan om de uitval te voorkomen? Vast en zeker op het moment dat het gebeurde heel veel.
Maar vooraf te weinig… De hond liep voorop waarmee hij de boodschap kreeg dat hij de roedel en zichzelf moest beschermen, degene die voorop loopt voert namelijk deze taak uit. Regels, grenzen en duidelijke kaders waren er onvoldoende.
De hond mocht immers al de hele wandeling doen waar hij zin in had en ineens werd er ander gedrag van hem verwacht toen hij ook zelf de keuze maakte om de andere hond af te schrikken. Voor ons mensen vrij logisch maar voor een hond veel te ingewikkeld. Je kunt niet maar voor 20% de leider zijn en verwachten dat je hond zich voor 100% gedraagt… althans niet zoals jij wilt.
We hebben hier dus te maken met 2 problemen:
1. Je hebt te weinig grenzen voor jezelf en je hond aangegeven. Je vond het niet tof wat er gebeurde en je hond heb je er ook geen plezier mee gedaan. Er is namelijk geen enkele hond die blij wordt van het hebben van de verkeerde gemoedstoestand. Toch ging het mis door een gebrek aan grenzen. Grenzen geef je namelijk vooraf om te voorkomen dat iets uit de hand loopt. Stel jouw collega vraagt je om dat ene rot klusje te doen terwijl je zelf bijna overwerkt bent en er echt geen tijd voor hebt. Je zou dan op een nette en beleefde manier kunnen aangeven dat je hem of haar graag had willen helpen maar dat dat helaas deze keer niet gaat lukken. Wat zou er gebeuren als je je grens hierin niet zou aangegeven? Juist, dan zit jij opgescheept met die rotklus en kom je ook nog eens tijd te kort. Je collega is er mooi vanaf en jij zit ermee. Voorkomen is dus beter dan genezen want achteraf is vaak maar weinig meer aan te doen. Door het stellen van grenzen en duidelijke kaders weet iedereen waar hij aan toe is en dat geeft een groot gevoel van veiligheid.
2. Ten tweede was het wellicht niet helemaal duidelijk wat je van je hond verwacht. Natuurlijk wilde je niet dat je hond uitviel maar dat is wel erg summier. Het gaat veel verder dan dat. Vaak als ik bij mijn cliënten even doorvraag dan zit er meer onder, zoals: ik wil dat mijn hond mij vertrouwd, relaxed is, dat hij zich veilig voelt en daardoor niet hoeft uit te vallen. Echter om dit alles te creëren moet je dus verder gaan dan alleen pleisters plakken wanneer het probleem tot uiting komt. Want het uitvallen naar honden, het bespringen van je bezoek of het achter fietsers aanrennen, is slechts een uiting van een probleem. Het is niet hét probleem.
Dus ga met jezelf aan de gang en durf eerlijk in de spiegel te kijken.
En als je denkt dat je het niet kan: geloof me, jij kan dit!